De energietransitie als fundamenteel menselijke uitdaging
Afgelopen tijd is het steeds duidelijker aan het licht gekomen dat de menselijke maat binnen de overheid van groot belang is. Er zijn een aantal grote uitdagingen die zonder menselijk perspectief gedoemd zijn te mislukken. Denk hierbij aan kantelingen in de onderwijs, zorg, energie en financiële sector (Rotmans & Linden, 2014). De energietransitie is waarschijnlijk de grootste uitdaging van onze tijd waarvan de verantwoordelijkheid grotendeels bij de overheid ligt. Om nog specifieker te zijn, is deze vooral bij de gemeenten terecht gekomen.
De energietransitie is algemeen bekend als de omschakeling van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie. Hierdoor is er voornamelijk aandacht voor de technische kant van deze transitie terwijl de menskant minstens even belangrijk is én misschien wel moeilijker. De sleutel ligt namelijk bij gedragsverandering en betrokkenheid van burgers. Ons gedrag, hoe wij allemaal eten, reizen en wonen is voor een aanzienlijk deel de oorzaak van de schadelijk uitstoot van broeikasgassen (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2022).
Deze menselijk uitdaging in de energietransitie schreeuwt om oplossingen met de menselijke maat in hun kern. We zien dat gemeenten hier vaak mee worstelen. De ontwikkeling van vaardigheden bij het creëren en realiseren van oplossingen voor de menskant gaat niet vanzelf. Vanuit Livework zien wij dat Service Design hiermee kan helpen.
Service Design en de energietransitie
Onze praktijk wijst uit dat Service Design effectief is bij ontwikkelen voor de menselijke maat binnen de overheid. Onze vijf kernkwaliteiten zijn van grote waarde bij het aanpakken van de energietransitie. De vijf kernkwaliteiten: mensgericht, co-creatief, reframing, contextueel en experimenteel.
Mensgericht gaat over het bedienen van de verschillende behoeftes van burgers.
De energietransitie gaat over verandering in de leefwijze van mensen en hun leefomgeving. Pas als we ons hierin echt verdiepen, als we begrijpen wat het effect van de energietransitie is voor, dit respecteren en als startpunt nemen, mogen we een positief effect verwachten. De sleutel tot gedragsverandering ligt vaak in onderliggende behoeftes of in typisch menselijke belemmeringen die worden ervaren. Hierbij gaat het zowel om individuele behoeftes en belemmeringen als collectieve omdat we het hier hebben over verandering in het gezamenlijke energiesysteem (waarbij zelfs invloed is op toekomstige generaties). Zo willen mensen bijvoorbeeld best hun zolder laten isoleren, maar vinden ze het opruimen een te grote klus waardoor ze er toch maar niet aan beginnen. Of is bij een buurtinitiatief de onderlinge gezelligheid uiteindelijk meer de doorslaggevende factor voor duurzaam succes dan de gezamenlijke energiebesparing. Niets menselijks is ons vreemd, en juist daarom moet dit doorgrond worden en centraal staan in de ontwikkeling van oplossingen.
Co-creatief is oplossingen ontwikkelen met stakeholders en burgers.
De energietransitie draait om samenwerking tussen burgers en overheid, en andere stakeholders zoals energiemaatschappijen en ondernemers. Wanneer het succes zo afhankelijk is van samenwerking, is co-creatie niet alleen prettig maar vooral noodzakelijk om oplossingen te creëren die de verschillende perspectieven passen en waarbij het totale ecosysteem floreert. De energietransitie is niet een probleem dat opgelost kan worden door een enkele stakeholder, maar gaat om ecosysteem innovatie, de shift naar een nieuw energiesysteem en het weg bewegen van het huidige paradigma.
Reframing is anders naar de uitdaging kijken en op zoek gaan naar de vraag achter de vraag.
De energietransitie wordt vaak als bedreigend en zeer problematisch gezien. Er wordt gedacht aan het verlies van comfort en de hoge kosten die de verandering met zich meebrengen. Dit schrikt burgers en bedrijven af en geeft een onveilig gevoel. Wanneer de energietransitie geherformuleerd wordt en juist binnen een positief frame wordt geplaatst waar het gaat om transparantie, wederzijds vertrouwen, positieve verandering en nieuwe kansen, geeft dit een totaal ander beeld en gevoel. Hierdoor ontstaat er meer wilskracht en motivatie. Dit kan om economische kansen gaan, maar ook op andere wijze toevoeging zijn aan mensen hun leefomgeving. Zo kan de aanschaf van zonnepanelen een vooruitgang op de energierekening laten zien. Maar kan een project rondom de collectieve aanschaf van zonnepanelen met een aantal buurtbewoners naast een financieel voordeel, ook voor verhoging van sociale cohesie binnen de wijk zorgen en verhoging van onafhankelijkheid van grote energiebedrijven.
Contextueel ontwerpen is de context doorgronden en inzetten voor succes.
De energietransitie kent verschillende contexten doordat energieplannen zowel op detailniveau binnen huishoudens en kleine onderneming moet plaatsvinden als op de hoogste niveaus zoals de nationale of Europese energiestrategie. Als ontwerpers weten we hoe we ons werk goed binnen een context kunnen plaatsen maar is ook het in- en uitzoomen een kwaliteit de helpt succesvolle oplossingen te ontwikkelen. Elke uitdaging bevindt zich in een andere context en deze is van cruciaal belang bij het vinden van passende oplossingen.
Experimenteel gaat over het uitproberen en leren tot iets werkt.
De energietransitie gaat uiteindelijk om overleven als mensheid en negatieve effecten kunnen desastreuze gevolgen hebben. Het gaat niet om rechtdoorzee innovatie, maar om complexere ecosysteem innovatie waarin experimenteren van groot belang is. We veranderen essentiële elementen in ons energiesysteem en pilots en testen helpen ons om oplossingen te valideren en zowel positieve als negatieve effecten van oplossingen te begrijpen zonder veel risico te nemen. In deze situatie is er nog wel een weg terug.
Voorbeeldcase
Samenwerken met burgerinitiatieven in de energietransitie in Den Haag
Zoals elke andere gemeente in Nederland staat ook de gemeente Den Haag voor de energietransitie uitdaging. Naast dat de gemeente vanuit een top-down positie de energietransitie aanjaagt, is er ook een bottom-up beweging ontstaan vanuit de burgers. In Den Haag komt die onder andere tot uiting in verschillende actieve burgerinitiatieven met focus op de energietransitie, ook wel lokale energie-initiatieven genoemd. Deze werken als sociale innovaties. Dat betekent dat ze niet zozeer innoveren op technologisch vlak, maar met het gebruik van bestaande technologieën innoveren op sociaal vlak, de menskant van de energietransitie. Zoals eerder genoemd, gaat dit dus over het beïnvloeden van gedrag en de betrokkenheid van burgers.
Er kwam maar geen heldere samenwerking tot stand tussen de gemeente Den Haag en deze lokale energie-initiatieven. De focus lag op technische oplossingen in plaats van de menselijke sociale kant. Om de menselijke maat terug te brengen en de samenwerking tussen de burgerinitiatieven en de gemeente vorm te geven is er van verschillende Service Design manieren van werken gebruik gemaakt.
Onderzoek: Service Design als middel om de uitdaging te doorgronden
Design research wordt ingezet bij Service Design om je doelgroep beter te begrijpen. Binnen deze case werd het onderzoek opgezet in de vorm van diepte interviews om de eerste kwalitatieve inzichten te verzamelen over de burgerinitiatieven, de betrokken teams binnen de gemeente en het ecosysteem waar zij zich samen in bevinden. De diepte interviews werden gehouden met een aantal burgerinitiatieven, verschillende teams van de gemeente Den Haag en met Duurzaam Den Haag (instantie die als onafhankelijk orgaan samenwerkt met zowel gemeente als burgerinitiatieven, hoewel gefinancierd door de gemeente).
Een aantal waardevolle inzichten uit de interviews:
- Er kwam naar voren dat de stakeholders in het energie-ecosysteem van initiatieven, gemeente, en energiebedrijven etc. wel een gezamenlijk doel hadden, maar geen gezamenlijke visie. Zij weten wel waar ze naartoe willen samen, maar hoe daar te komen was onderwerp van onenigheid en wrijving.
- Verder bleek dat de burgerinitiatieven het huidige energiesysteem veranderen en hierdoor rol- veranderingen en verschuivingen in gang worden gezet zoals bijvoorbeeld meer eigenaarschap bij burgers rondom de energie infrastructuur. Dit zijn essentiële inzichten om te weten als gemeente en om keuzes te kunnen maken rondom plannen wat betreft de energietransitie (en het stimuleren van de lokale energie-initiatieven).
- Ook tevredenheid en ontevredenheid vanuit de lokale energie-initiatieven tegenover de gemeente werd blootgelegd. Hieruit bleek dat de initiatieven en de gemeente niet op één lijn zitten wat betreft de rol die weggelegd is voor de initiatieven. Ook de relatie tussen gemeente en burgerinitiatieven is momenteel nog te ongedefinieerd en daarnaast vaak inconsequent.
- Ten slotte, is de rol van de initiatieven gedefinieerd op basis van een segmentatie op doelen, ambitie en activiteiten. Hieruit bleek dat de initiatieven momenteel vijf verschillende rollen vervullen, namelijk:
-
- Bewustwording creëren (informeren)
- Actie perspectief creëren (activeren)
- Partnerschap met de gemeente (samenwerking)
- Stem aan tafel (vertegenwoordiging en inbreng burgerperspectief)
- Uitvoering en eigenaarschap (nieuwe speler in het energiesysteem)
Workshops: Co-creatie als middel om ‘common ground’ te vinden
Co-creatieve sessie draaien om het betrekken van verschillende stakeholder bij het proces en de integratie van hun perspectief in ideeën en oplossingen. In de case werden twee van zulke workshops gefaciliteerd door een Service Designer. Een van de sessies was met een aantal personen vanuit verschillende burgerinitiatieven en de andere was met ambtenaren uit verschillende teams binnen de gemeente die in contact staan met de burgerinitiatieven. De sessies werden gebruikt om inzichten te valideren uit de interviews en om kansen te verkennen. De vijf rollen van de burgerinitiatieven werden waar nodig aangescherpt. Daarnaast werden de wensen en behoeftes onder de loep genomen voor elk van deze vijf rollen en op welke manier de gemeente hier invulling aan zou kunnen geven.
Uiteindelijk was de bijvangst van deze sessies nog een grotere winst. De kern van de uitdaging rondom de ongedefinieerde en inconsistente samenwerking tussen gemeente en burgerinitiatief kwam aan het licht. Deze kern is het besef dát er keuzes gemaakt moeten worden in hoe en in welke mate welke initiatieven worden gesteund en voor welke rollen. Hoe deze keuzes gemaakt moesten worden was onduidelijk. Er was geen helder proces om te prioriteren.
De drie lenzen als basis voor een waterdicht beslissingsproces
Om toch tot eenduidige besluitvorming te kunnen komen hebben we een klassieker uit de Service Design theorie vertaald naar deze situatie. Het gaat over het Viable, Feasible en Desirable diagram waarbij er voor innovatie een afweging gemaakt kan worden tussen de verschillende waarden die deze vertegenwoordigd. Voor het prioriteren van initiatieven zijn er drie belangrijke afwegingen te maken.
- Wenselijk werd het perspectief van de burgerinitiatieven met de vraag: ‘Wat zijn de behoeftes van het initiatief?’.
- Haalbaar ging hier om het perspectief van de gemeente Den Haag met de vraag: ‘Waartoe is de gemeente in staat?’.
- Doelmatig is met betrekking tot de energietransitie de vraag: ‘Draagt het bij aan de doelen van de energietransitie?’.
Aan de hand van deze drie lenzen werd tijdens prototyping sessies met ambtenaren structuur aangebracht in het strategisch prioriteringsproces. Dit leidde tot de ontwikkeling van een prioritiseringstool.
Service Design voor de menselijke oplossingen juist in de energietransitie
Deze case laat goed zien hoe Service Design voor een doorbraak kan zorgen bij een gemeente. De gemeente kan nu gerichter ondersteuning inzetten voor initiatieven doordat de oplossingen aansluiten bij de behoeftes van de initiatiefnemers veel mensgerichter zijn. Door gezamenlijk en co-creatief aan de oplossingen te werken is het draagvlak van de oplossingen groot. En door de vraag achter de vraag te beantwoorden, namelijk: ‘Hoe gaan we eigenlijk prioriteren?’ wordt er veel meer impact gemaakt met dezelfde inzet. Door de context van de initiatieven maar ook de rol die de gemeente daarin speelt te doorgronden en als uitgangspunt te nemen én experimenteel aan de slag te gaan, kunnen er nu stappen gezet worden naar een groenere en menselijkere toekomst in Den Haag.
As a Service Designer at Livework, I work together with organisations to help improve their proposition, strategy and/or organisational set-up and become more human-centred with the explicit inclusion of the sustainability perspective. I believe in continuous development and improvement for organisations as well as for me personally, trying to be the bridge between the scientific and practical world.